Start

Basisbediening

Het systeem aanzetten

  1. Druk op START/STOP knop. Als het systeem wordt ingeschakeld, zal het opstartproces beginnen en wordt de pagina met veiligheidswaarschuwingen getoond.

    • Druk op Taal/Language om de taal van de systeemweergave te wijzigen. Voor meer informatie, raadpleeg 'Taal/Language'. Druk op Bestuurder 1, Bestuurder 2 or Gast om het profiel van het systeem te veranderen. Voor details, raadpleeg "Instellingen gebruikersprofiel".

  2. Druk op Bevestigen.

U kunt het systeem niet bedienen wanneer het aan het opstarten is. Het kan even duren voordat alle functies van het systeem zijn opgestart.

Het systeem uitzetten

Houd a/VOL de draaiknop op bedieningsknop van de voorzetel ingedrukt.

Druk om het systeem opnieuw in te schakelen op a/VOL op de draaiknop op de bedieningsknop van de.

Controleer het volume wanneer u het systeem inschakelt. Stel het volume in op een redelijk niveau voordat u het systeem inschakelt.

AV of volume aanpassen

AV aan/uit

Druk op a/VOL op de draaiknop op de bedieningsknop van de voorzetel om AV in/uit te schakelen.

Het volume aanpassen

Draai de a/VOL draaiknop op de bedieningsknop van de voorzetel.

  • U kunt het volume voor elke bron (radio, media, spraakherkenning, Bluetooth) individueel instellen door de volumeknop aan te passen.

  • Het ingestelde volume wordt automatisch opgeslagen en wanneer u het volume wijzigt, wordt dit gewijzigd naar het eerder ingestelde volume.

  • U kunt het volume fijn afstellen van 0 tot 75.

Systeemreset

Reset het systeem in het geval van een onverwachte fout of probleem.

  1. Druk na het uitschakelen van het voertuig een keer op de startknop zonder het rempedaal in te drukken.

  2. Houd MAP en SETUP op het hoofdapparaat gedurende 5 seconden ingedrukt om het systeem te resetten.

Gebruik van de bediening en het touchpad

Draai de bediening naar links/rechts of gebruik het touchpad om van menu te wisselen of een menu te selecteren.

Bediening

Details

Draai de bedieningsknop in wijzerzin/tegenwijzerzin om de lijst in het menu te verplaatsen.

Gebruik inzoomen/uitzoomen op het kaartscherm.

Veeg omhoog/omlaag/links/rechts op het touchpad om van menu te wisselen.

Druk op het touchpad om het menu te selecteren.

Voer een teken in via handgeschreven invoer op een specifiek scherm.

Duw de bediening omhoog/omlaag/links/rechts/diagonaal om het menu en de kaartlocatie te verplaatsen.

Houd de bediening ingedrukt om naar de locatie op de kaart te scrollen.

Hoe het touchscreen te gebruiken

Selecteer het menu met uw vinger op het scherm vooraan.

Raak het scherm niet aan tijdens het rijden om afleidingen die kunnen leiden tot een ongeval te voorkomen.

Basisbediening van het START-scherm

De afbeeldingen die op dit systeem worden weergegeven, kunnen afwijken van de werkelijke afbeeldingen.

  1. Druk op HOME op de bedieningsknop van de voorzetel of druk op []. Het startscherm opent.

  2. Selecteer het gewenste menu op het startscherm.

  3. Volgende bedieningen zijn beschikbaar voor het geselecteerde menu.

START-scherm bewerken

Verplaats de pictogrammen om het startscherm te bewerken.

  1. Houd het menupictogram op het startscherm ingedrukt.

  2. Sleep, na het indrukken en vasthouden, het pictogram naar links of rechts om de positie te wijzigen.

  3. Druk op [].

Druk op [] om de instellingen van het pictogram start opnieuw in te stellen.