Systeem

Weergave-instellingen

De afbeeldingen weergegeven op dit systeem kunnen afwijken van de werkelijke afbeeldingen.

Druk op [Instellingen] > [Scherminstellingen] op het startscherm. Het scherm met weergave-instellingen wordt weergegeven.

Verlichting

Het stelt de helderheid van het scherm in.

  1. Druk op het scherm voor scherminstellingen op [Verlichting (voorin)] of [Verlichting (achterin)].

9_SETUP_09_DISPLAY_1_BRIGHT_DUT.jpg

  1. Selecteer de gewenste opties.

,Opmerking

De zichtbaarheid neemt mogelijk af als de gebruiker de helderheid van het scherm op donker instelt in een heldere omgeving.

Camera-instellingen

  1. Op het scherm met weergave-instellingen, drukt u op [Camera-instellingen].

9_SETUP_09_DISPLAY_2_CAMERA_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Blauwlichtfilter

Vermindert spanning op de ogen door de hoeveelheid blauw licht te beperken die uitgestraald wordt als het buiten niet helder is.

  1. Op het scherm met weergave-instellingen, drukt u op [Blauwlichtfilter].

9_SETUP_09_DISPLAY_3_BLUE_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Video-instell. aanpassen

Tijdens het afspelen van video kunt u Helderheid/Contrast/Verzadiging instellen.

  1. Druk tijdens het afspelen van video op [Video-instell. aanpassen] op het scherm met weergave-instellingen.

9_SETUP_09_DISPLAY_4_ADJUST_DUT.jpg

  1. Pas de gewenste items aan.

,Opmerking

Druk op [Centreren] het resetten van de instellingen aan te passen.

Beeldverhouding

U kunt het videoscherm van het gewenste formaat selecteren om met realistisch gevoel van video te genieten.

  1. Op het scherm met weergave-instellingen, drukt u op [Beeldverhouding].

9_SETUP_09_DISPLAY_5_RATIO_DUT.jpg

  1. Druk op een gewenste modus.

Scherm achteraan aan/uit

Schakelt het scherm achteraan aan of uit.

Drup op het scherm voor scherminstellingen op [Scherm achter aan/uit].

9_SETUP_09_DISPLAY_6_DISPLAY_DUT.jpg