Systeem

Voertuiginstellingen

De afbeeldingen weergegeven op dit systeem kunnen afwijken van de werkelijke afbeeldingen.

Het stelt de items in die op het voertuig moeten worden weergegeven of begeleid.

Afhankelijk van de mogelijkheden van het voertuig en de conditie van de controller, kunnen sommige menu's niet worden weergegeven.

Druk op [Instellingen] > [Voertuig] op het startscherm. Het scherm met voertuiginstellingen wordt weergegeven.

Rijmodus

  1. Druk op [Rijmodus] op het scherm met voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_1_DRIVE_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste onderdeel.

AANGEPAST

Stelt de optimale modus samen door de combinatie van de modus van elk systeem.

Motor/Versnelling

Sturing

Wielophanging

Vierwielaandrijving

Waarschuwing bij rijmodus-wisseling

Het selecteert de wijziging weergavemethode in geval van wijziging van de rijmodus.

Remmen

Coasting

Motor wordt ontkoppeld tijdens vrijloop voor een lager brandstofverbruik in ECO-rijmodus.

Actief geluidsontwerp

U kunt een motorgeluidsmodus instellen.

  1. Druk op [Active sound design] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_2_ACTIVE_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Display op de voorruit

  1. Druk op [Display op de voorruit] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_3_HEADUP_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Head-Up Display

Er is een instelling beschikbaar om het head-up display op de voorruit weer te geven.

Scherminstellingen

Regelt de hoogte, rotatie en helderheid van de weergave tot de gewenste waarden.

Inhoudselectie

Stelt de weergave in voor [Turn-by-turn], [Verkeersborden], [Informatie rijgemak], [Info dode hoek], [Informatie radio/media], [Snelheidsmeter].

Cluster

  1. Druk op [Cluster] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_4_CLUSTER_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Themaselectie

Het geselecteerde thema wordt gebruikt voor de lay-out van het scherm van het instrumentenpaneel. selecteer [Thema A]/[Thema B]/[Thema C].

3D diepte cluster

Schakelt 3D-effecten in voor het cluster. selecteer [Maximum]/[Medium]/[Uit].

Service-interval

Markeer [Service-interval aan]. Een waarschuwing wordt weergegeven wanneer een gespecificeerd onderhoudsfrequentie is vervallen.

Energieverbruik resetten

Selecteert wanneer de meter voor gemiddeld brandstofverbruik moet worden gereset. Selecteert [Bij starten van voertuig]/[Na het tanken]/[Manueel].

Inhoudselectie

Het selecteert de inhoud die in het cluster moet worden weergegeven.

Volume spraakbediening cluster

Aanpassing van het volume van de gesproken richtlijnen.

Herinnering olieverversing

De resterende levensduur van de motorolie. Manueel resetten na een oliewissel.

Welkomstgeluid

Er klinkt een verwelkomingstoon wanneer het instrumentenpaneel in- of uitgeschakeld wordt.

Snelheidsmeter subscala

Weergave van een secundaire snelheidsmeterschaal onder de primaire schaal.

,Opmerking

Een alarm in het voertuig, begeleidingsgeluid en welkomstgeluid worden gegenereerd door een externe versterker. Wanneer u de versterker vervangt door een niet-origineel onderdeel of de luidsprekers vervangt door een niet-origineel onderdeel, werkt de versterker mogelijk niet.

Klimaat

  1. Druk op [Airco] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_5_CLIMATE_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Interne luchtcirculatie

Blokkeert de stroom van buitenlucht in de cabine van het voertuig. Bij lage temperaturen kan deze functie beperkt zijn, om aanslaan van de voorruit te voorkomen.

Automatische ventilatie

Schakelt het ventilatiesysteem automatisch naar de modus Frisse lucht na langdurig gebruik van Lucht circuleren.

Opties voor ontwasemen/ontdooien

Stuurt lucht naar de voorruit voor het reduceren van vocht op het glas van de voorruit.

Gemak van airconditioning

Activeert de comfortfuncties voor klimaatbeheersing.

Verwarming/ventilatie

Stoelen

  1. Druk op [Stoelen] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_6_SEAT_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Waarschuwing wijziging zithouding

Wanneer de stoelpositie wijzigt, wordt de wijzigingsinformatie weergegeven op de stoelafbeelding.

Stoelschakelaar en bewegingswaarschuwing

Details van de stoelschakelaarbediening en positiewijziging worden weergegeven met een afbeelding van de stoel.

Verwarming/ventilatie

Eenvoudige toegang tot stoel

Ergonomische bewegingsstoel

Verlichting

  1. Druk op [Licht] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_7_LIGHT_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Omgevingslicht

Stelt de sfeerverlichting in het interieur in.

opties autom. Knipperen

Het aantal keren dat de richtingaanwijzer knippert wanneer de hendel van de richtingaanwijzer iets wordt bewogen. Selecteert [7 x knipperen]/[5 x knipperen]/[3 x knipperen]/[Uit].

Intelligente hoge balken

Selecteer de voertuigsnelheid waarmee de functie wordt geactiveerd of stel in om de functie uit te schakelen. Selecteert [Sneller dan 60 km/u]/[Sneller dan 40 km/u]/[Sneller dan 20 km/u]/[Uit].

Follow me home verlichting

Wanneer de ontsteking is UIT geschakeld, gaan de buitenlichten na ongeveer 15 seconden uit.

Reismodus

Het bereik van de koplampen wordt aangepast om verblinding van tegenliggers te voorkomen in landen waar rechts of links gereden wordt.

HBA (Hulp bij groot licht)

Assistentie bij het uitschakelen van de grootlichten voor tegenliggers.

Deur/achterklep

  1. Druk op [Deur/achterklep] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_8_DOOR_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Automatisch vergrendelen

Hiermee selecteert u de voorwaarde wanneer alle deuren automatisch vergrendelen. Selecteert [Actief bij schakelen]/[Vanaf minimumsnelheid]/[Uit].

Automatisch ontgrendelen

Hiermee selecteert u de voorwaarde wanneer alle deuren automatisch worden ontgrendeld. Selecteert [Bij schakelen naar P]/[Voertuig Uit]/[Uit].

Druk 2 keer voor ontgrendelen

Alle deuren worden ontgrendeld wanneer de ontgrendelknop twee keer wordt ingedrukt.

Elektrische achterklep

De knop van de aangedreven achterklep kan worden gebruikt voor het automatisch openen/sluiten van de achterklep.

Openingssnelheid elektrische achterklep

Selecteert waarop de aangedreven achterklep automatisch beweegt. Selecteert [Snel]/[Middel].

Openingshoogte aangedreven laadplatform

Selecteert de hoogte waarop de aangedreven kofferbak automatisch beweegt. Selecteert [Volledig open]/[Niveau 3]/[Niveau 2]/[Niveau 1]/[Instelling lengte gebruiker].

Intelligente achterklep

Opent de achterklep automatisch bij het naderen van de achterklep met de slimme sleutel.

Digitale sleutel

  1. Druk op [Digitale sleutel] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_9_DIGITAL_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Gebruiksgemak

  1. Druk op [Comfort] op het scherm voertuiginstellingen.

9_SETUP_01_VEHICLE_10_CONVIEN_DUT.jpg

  1. Druk op het gewenste item.

Waarschuwing inzittenden achter

Geeft waarschuwing om te voorkomen dat het verlaten van het voertuig met de achterste passagier links in het voertuig.

Alarm binnenlucht

Geeft een waarschuwing om te helpen om de binnentemperatuur te controleren wanneer de bestuurder een uur in een geparkeerd voertuig blijft zitten.

Welkom spiegels/licht

Schakelt de Automatisch uitklap functie van de buitenspiegels en het welkomstlicht in/uit.

Draadloos laadsysteem

Hiermee kan het draadloze oplaadpad worden gebruikt met compatibele apparaten. Selecteer [Voor]/[Achter].

geavanceerde anti-diefstal

Geeft een waarschuwing wanneer er beweging wordt gedetecteerd in het passagierscompartiment nadat het voertuig is vergrendeld.

automatische ruitenwisser achter (omgekeerd)

Achterruitwisser gaat bij achteruitrijden automatisch aan als ruitenwisser voor is ingeschakeld.